Voorwoord


Home


- Voorwoord

- Over de Spoorwegwetten

- Tijdslijn

- Spoorwegkaart

- Communicatie


Voorwoord



De buitendiensstelling van de Spoorwegwet 1875 op 1 december 2015 is voor mij de aanleiding geweest om in de geschiedenis van de spoorwegwetten duiken. Deze spoorwegwet heeft samen met de Locaalspoor- en Tramwegwet gedurende de 20ste eeuw de organisatie van de spoor- en tramwegen bepaald en is het interessant om de ontstaansgeschiedenis van deze wetten te onderzoeken. Je komt dan terecht in de 19de eeuw als de spoorwegen en de tramwegen tot ontwikkeling komen. De wet-en regelgeving die dan ontstaat wordt in hoofdzaak bepaald door economische, maatschappelijke en politieke beweegreden.


Het verhaal van de geschiedenis van de spoorwegwetgeving begint met de komst van den IJzeren spoorweg en eindigt voor wat betreft de hoofdspoorwegen met de Spoorwegwet 1875 en voor wat betreft de tram met de Locaalspoor- en tramwegwet. Deze twee wetten zijn het sluitstuk in de spoorwegwetgeving van de eerste anderhalve eeuw spoorwegen.


Het verhaal heb ik opgedeeld in zes hoofdstukken, waarbij elk hoofdstuk een periode beschrijft. Elk hoofdstuk begint met een beschrijving over de wet en de achtergronden. Daarna volgt de volledige wettekst en het dienstreglement dat daarbij horen. De lengte van de wet is relatief kort (soms erg kort), de lengte van de dienstreglementen zijn ellen lang. Toch zijn deze laatsten wel interessant om te weten te komen hoe vroeger de spoorwegdienst uitgevoerd moest worden, wat vaak tot in detail geregeld is.


Het 5de hoofdstuk is een buitenbeentje, namelijk de Wet op de openbare middelen van vervoer van 1880 en haar voorloper uit 1829. Het hele woord tram komt hier niet in voor, maar de tram in zijn beginperiode valt wel onder deze wet en moet daarom gezien worden als de voorloper van de Locaalspoor- en Tramwegwet van 1900.


Voor de wetteksten en dienstreglementen heb ik gebruik gemaakt van diverse bronnen.

De belangrijkste bron is de Staten Generaal Digitaal, waar de gedigitaliseerde historische kamerstukken der Staten Generaal te vinden zijn. Vooral de memorie van toelichting, die bij de wet hoort, geeft heel goed weer wat de beweegredenen zijn waarom de wet zo uitgevoerd is.

Verder heb ik gebruik gemaakt van gedigitaliseerde boeken uit die tijd en het tijdschrift “de Ingenieur”. De spoorwegwetgeving is in die tijd erg populair geweest om daar een heel boek of uitgebreide artikelen over te schrijven.


Voor beeldmateriaal, foto’s en tekeningen, is gebruik gemaakt van het archief van het Spoorwegmuseum, enkele bekende spoorwegboeken met veel foto’s en tekeningen en een eigen creatie. Met name het gedenkboek van de HIJSM uit 1889 levert de nodige tekeningen.


De eerste versie van het verhaal van Spoorwegwet 1875 is van december 2015 op een website die inmiddels is vervallen.

Deze versie van de Spoorwegwet 1875 is van mei 2020 en is een verbeterde en gewijzigde versie waarbij vooral het beeldmaterieel aangepast is.




Dieke Nederbragt